Santiago del Compostela: week 4

Week 4 Van Warmenhuizen naar Santiago del Compostela

Dag 22

Vannacht hebben wij nog een buitje gehad, waarna de lucht bewolkt bleef.  Het gevolg hiervan was dat de temperatuur vannacht niet zo laag was als de dagen daarvoor. Om half negen vertrokken wij goed ingepakt in westelijke richting.
Het landschap was eentonig, rechte wegen met aan weerszijden de uitgestrekte graanvelden. Op de paden langs de weg een constante stroom van wandelaars. De dorpjes waar we doorheen gingen zagen er veelal verlaten en verwaarloosd uit. Dit is een armoedige streek. Dit veranderde toen wij door de eerstvolgende centrumplaats reden, Mansilla de las Mulas. Dit is een aardig stadje met leuke straatjes en gebouwen. Vervolgens ging de tocht verder naar León. Een grote stad met meer dan 150.000 inwoners. Wij zijn rustig door het centrum gereden, langs de Casa de Botines van architect Gaudi (een prachtig gebouw). Wij zijn in de kathedraal geweest (een mooi gebouw, zowel van binnen als van buiten).
Via de goed aangegeven routebeschrijving waren wij zonder problemen de stad weer uit en gingen wij op weg naar Hospital de Orbigo. Onderweg slechts een paar korte klimmetjes op de over het algemeen rechte wegen. Hier en daar kwamen wij een herder tegen met zijn schapen. In gebarentaal maakte hij duidelijk dat zijn kudde ongeveer 300 stuks bevatte. Hij liet ons zien wat zijn honden deden op de door hem gegeven commando’s. Heel bijzonder hoe snel en efficiënt deze commando’s werden uitgevoerd. Op het laatste deel van het traject moesten wij weer over een grindpad. Onze fietsen zijn eigenlijk niet geschikt voor deze slechte paden. Maar omdat wij geen andere routebeschrijving hebben, zijn wij wel genoodzaakt deze te nemen. Bij aankomst op de camping bleek ook dat de bus dezelfde route had genomen. Jan kreeg net op 50 meter voor het einde van het pad een lekke band.

Hospital de Orbigo is een mooi stadje met een fraaie van oorsprong Romeinse brug over de rivier. Wij staan op een fraaie camping met heerlijke douches, waar het echter nu is begonnen te regenen. De partytent met zijvlakken biedt nu wel uitkomst. Wij hebben vandaag rustig aan gedaan, want de afgelegde afstand was 110 kilometer. Morgen wacht ons een klim van ongeveer 28 kilometer, met stijgingspercentages die vaak tussen de acht en tien procent zijn, en die ons voert naar de top van de  Irago-pas op 1510 meter. De weersverwachting is ongunstig, want er wordt de gehele dag regen voorspeld. De temperatuur in en rond de steden zou uitkomen op maximaal 13 graden, dus wij kunnen wel nagaan hoe koud het boven zal zijn. De temperaturen hier in Spanje vallen ons in zijn algemeenheid tegen. Het is aan de frisse kant.

Dag 23

Gisteravond regende het en was het niet aangenaam onder de partytent.Wij besloten derhalve een plaatselijke lokaliteit op te zoeken waar wij ons nog enige tijd zouden kunnen verpozen. Er werd voor de bierliefhebbers een goed glas koud bier geschonken en de overigen kregen een lokale wijn geserveerd. Ongevraagd kwam de kastelein ons eerst met nootjes en later met ansjovis verblijden. Hij werd telkens met instemmende geluiden begroet. Hij glunderde ervan. Voor 4 flessen wijn en tien pilsjes en de nodige versnaperingen rekende hij € 30. Wellicht heeft hij ons korting gegeven omdat hij een “amigo del camino de Santiago” was, zo bleek uit het visitekaartje dat hij ons bij het vertrek gaf.
’s Nachts regende het door, maar toen wij om 7 uur opstonden was het gelukkig droog. Goed voorzien van alle regenkleding, want de vooruitzichten die wij op de Spaanse tv hadden gezien, gaven alleen maar buien in deze omgeving aan.
De eerste grote plaats die wij aandeden was Astorga, met zijn prachtige gebouwen. Het bisschoppelijke paleis, ontworpen door Gaudi, en de naast gelegen kathedraal zien er binnen zeer fraai uit. Vanuit deze stad beginnen ook veel wandelaars aan het laatste gedeelte, zo vertelde een Nederlandse vrouw die net met de bus uit Madrid was aangekomen.
Na Astorga ging de weg geleidelijk omhoog door een bijzonder fraai ruig gebied naar een hoogte van ruim 1500 meter. De hei, zowel paars als wit, bloeide uitbundig langs de kant van de weg. De klim is de laatste paar kilometer zo rond de 10 %. .Een fietser met bepakking loopt met de fiets aan de hand omhoog.
In de aanloop naar de klim hebben wij het gerestaureerde dorpje Castrillo de Polvazares bezocht. Wij kunnen dat vergelijken met Orvelte. Het wegdek was in feite niet geschikt om er over te fietsen. De huizen zijn weer naar de oorspronkelijke staat herbouwd.
Aangekomen bij Cruz de Ferro wordt de door ons meegenomen steen op de heuvel neergelegd. Vele pelgrims leggen of werpen  hier een steen op de berg onder het kruis, als symbool voor het afleggen van een deel van hun last. Boven aan de top was het wel fris, maar het regende niet en het zag er ook niet naar uit. Eerst hebben wij onderweg nog even stilgestaan in het ook geheel opgeknapte dorpje El Acebo met zijn fraaie buitentrappen. Wij daalden af en aan andere kant van de berg begon het te regenen Er werd heel voorzichtig gedaald. Wij waren blij dat er een dorpje kwam met een restaurant, waar wij ons konden verwarmen en ook onze regenkleding, die in de bus lag, weer aan konden trekken.
Tien kilometer verder, toen wij gedaald waren tot een nivo van 540 meter, werd het weer droog en begon gelijk de zon te schijnen. Alle regenkleding weer uit. Het was een fascinerend gezicht dat boven het dal een strakblauwe hemel was, waar de zon uitbundig in scheen en dat boven de bergen donkere wolken zich onheilspellend samenpakten.
In Villafranca del Bierzo moesten wij de weg zoeken naar een camping. Geen enkel aanwijsbord te bekennen. Toen wij de weg vroegen aan een Spaanse, al wat oudere, heer, adviseerde hij niet naar de camping te gaan maar naar de gemeentelijke refugio. Wij konden onze verzorgingsploeg toch niet op de camping alleen laten zitten, dus gingen wij toch weer op weg. Via wat omwegen en een aantal keren vragen zijn wij toch op de camping aangekomen. Wij hebben vandaag 110 kilometer afgelegd.

Dag 24

Gisteravond hebben wij nog even gezellig aan de bar van de camping gezeten. De eigenaar trakteerde ons nog op een glaasje Orujo. Hij noemde dit 1-april-water, dat hij zelf gemaakt had. Het zou goed voor de ogen en de maag zijn . Hij had dit spul in cola flesjes op de bar staan. Het is een pittig sterk drankje van druivenschillen gestookt tot een alcoholpercentage van minstens 40 %. De meesten van ons hadden aan 1 glaasje voldoende, maar 1 van ons vond het zonde om de fles half vol te laten staan. Nadat hij daarna nog een biertje had genomen voor het  slapen gaan, dook hij in zijn bed, zonder de deur van de auto dicht te doen. Degenen die dicht bij de bus sliepen konden zijn verhalen in zijn droom horen. Het stopte pas toen hij door kreeg dat het toch wel koud was en de deur sloot. De volgende morgen vertelde hij dat hij in deze drie weken nog niet zo goed geslapen had.
Vanmorgen vertrokken wij onder een strakblauwe hemel, maar wel koud: 8 graden, om 9 uur vanuit Villafranca, gelegen op 510 meter naar de Alto de Poio, gelegen op 1335 meter. Onze verzorgers vertrouwden op de Tom Tom en werden de verkeerde kant opgestuurd, waardoor zij vast kwamen te zitten. Met behulp van een boer met trekker konden zij weer op weg geholpen worden.
In Ambasmestas konden wij voor het eerst in het kerkje zelf een stempel in onze credantial zetten. Wij hebben daar ook eindelijk een schelp gekocht om uiting te geven aan ons Santiago-gevoel.
De klimmetjes van vandaag waren vaak stevig. Deze waren veelal met  stijgingspercentages die lagen tussen de 7 en 10 %  Wij hebben het dorpje Cebreiro, dat geheel onder monumentenzorg valt, bezocht. Vervolgens gingen wij op weg naar de top van de Alto San Roque, waar een pelgrimsbeeld staat. Na de Alto de Poio begon het in de afdaling alweer zachtjes te regenen, maar met een snelheid van 50 kilometer of meer voel je de regen zeker. Na de afdaling van 12 kilometer naar Triacastela dat op een hoogte van 665 meter ligt moesten wij eerst weer opgewarmd worden. Wij hebben in een herberg een kopje koffie gedronken. Het was daar al een drukte van belang, want er waren al heel veel wandelaars die gestopt waren en hier een plaats voor de nacht zochten . Om circa 1 uur waren wij daar en was er al geen plaats meer. Een slaapplaats kostte maar € 7 voor 1 nacht.
Wij vervolgden onze weg, terwijl het geleidelijk meer begon te regenen. Vanwege de regen hebben wij geen oog meer gehad voor de eventuele fraaie gebouwen en vergezichten. Wij hadden nog slechts 1 doel. Het vinden van een slaapplaats voor de nacht. Wij hebben die gevonden op een eenvoudige camping in Portomarin. Wij kijken uit op een groot meer.
Het was vandaag een dag van tegenstellingen. Vanmorgen een strakblauwe lucht met een heerlijk zonnetje en ‘s middags bewolkt met buien. Willem Half die zonder beenstukken en handschoenen reed en de overigen hadden zich stevig ingepakt en terwijl Gerard zijn winterhandschoenen aanhad. De ene kant van de berg zon, de andere kant regen.
Wij hebben vandaag 105 kilometer gereden en wij hopen dan morgen vroeg in de middag in Santiago aan te komen. Het traject van morgen is ook nog redelijk heuvelachtig. Wij verlangen wel naar het einde. Voor ons is de tocht toch wel zwaar geweest. De spieren gaan af en toe protesteren.

Dag 25

Gisteravond hebben wij in het restaurant van de camping gegeten. Het lag toch redelijk ver van het stadje, maar alle plaatsen waren toen wij om 11 uur vertrokken bezet. Heerlijk gegeten en voor weinig.
Wij vertrokken voor de laatste etappe naar Santiago om half negen in een kleine wereld. Rondom mist en koud. Gelukkig kregen wij gelijk een klim van 12 kilometer om warm te worden. Boven gekomen werd de mist minder en brak de zon door. De warme kledingstukken gingen uit. Onderweg nog een tweetal fietsers uit Den Haag gesproken die de nacht in een refugio hadden geslapen, 30 man op een kamer, warm en stinken. Hij had nauwelijks geslapen
In de eerste fase van het traject kwamen wij weer veschrikkelijk veel wandelaars tegen, maar op enig moment week de fietsroute af van de wandelroute. Wij moesten over stukken doorgaande weg rijden, waar het doorgaans zeer druk is, maar doordat op zondag geen vrachtverkeer is toegestaan, was het fietsen redelijk aangenaam
Onderweg nog even gewacht op de processie, maar dat duurde toch te lang. Dus gingen wij weer voort op een golvend terrein met veel klimmen en dalen. Om half vier kwamen wij in Santiago en toen begon het gelijk weer te regenen.
Jan Karsten ging gelijk de laatste stempel halen en onze oorkondes. Het was zo druk dat hij meer dan een uur in de rij moest staan. Bij het zoeken naar een camping werden wij geholpen door een lieftallige Spaanse die met de auto ons naar de camping loodste. Wij hebben 110 kilometer gereden, maar met het zoeken naar een camping nog eens 10 km extra.
’s Avonds zijn wij lopend naar de stad gegaan en hebben daar wat gegeten.
Vannacht is het gaan regenen en het regent nu, maandag om negen uur, nog. Het is de bedoeling dat wij nu de stad en de kathedraal gaan bezoeken en dan richting huis.

De laatste dagen

Na het opruimen van de tenten en het verzenden van het verslag van dag 25 vertrokken wij richting centrum stad. Het vinden van een parkeerplaats ging deze keer redelijk vlot. In de stromende regen togen wij richting Kathedraal. Daar aangekomen was er een mis gaande, waarbij alle lichten brandden, waardoor het interieur meer tot zijn recht kwam. Wij waren juist op tijd met ons bezoek, want kort daarna kwamen een aantal grote groepen de kathedraal binnen, waardoor er lange rijen ontstonden bij de opgang naar Jacobus.
Omdat wij op dag 25 hadden besloten niet naar Kaap Finistère te gaan, namen wij afscheid van Santiago en gaven  wij  rond 11 uur de Tom Tom opdracht de snelste route naar huis te berekenen. Het duurde wel even voordat hij de juiste weg had berekend. Even na 11 uur zette de auto zich in beweging richting Warmenhuizen. De rit zou volgens de berekening circa 24 uur duren.
Over goede en redelijke rustige Spaanse wegen via Oviedo, Santander, Bilbao en San Sebastian waren wij rond zeven uur aan de Franse grens. Het weer was inmiddels beter geworden. Boven de kust was het redelijk zonnig, maar boven de bergen regende en onweerde het nog steeds. Aangezien wij nu dicht langs de kust reden, was het rijden niet zo inspannend als tijdens de regen. Wij zouden de nacht willen doorbrengen in een hotel langs de snelweg, maar in Spanje vonden we er geen, daarom gingen wij in St. Jean-de-Luz van de snelweg af en zagen bij een routier redelijk veel vrachtwagens staan. Dit was voor ons een gunstig teken. Waar veel volk is, is het meestal ook goed vertoeven.
Wij mochten aan de lange tafels aanschuiven bij de chauffeurs. Heerlijk gegeten voor een redelijk goedkoop tarief. De eigenaar heeft ons de weg gewezen naar het dichtstbijzijnde hotel. Er was voldoende plaats. De volgende morgen konden wij vanaf 7 uur ontbijten en met een goed gevulde maag vertrokken wij om half acht. Het ontbijt was voldoende gevarieerd.
Langs de grote weg stonden op alle parkeerplaatsen nog heel veel vrachtwagens. Kijkend naar de plaats van de verst geparkeerde vrachtwagen zou men de indruk kunnen krijgen dat er op enig moment die nacht nauwelijks een plek om te rusten over was..
De reis verliep langs Bordeaux voorspoedig en wij bespraken dat wij het liefst die avond thuis zouden zijn, indien er geen files en ander ongerief zou zijn. Volgens onze berekeningen zouden wij rond 3 uur in Parijs zijn. Een redelijk gunstig tijdstip vonden wij. Om 11 uur begon het te regenen. De drie zwagers wisselden elkaar telkens na twee uur af. Jan Boots loodste ons op een bekwame wijze door het drukke en regenachtige Parijs. De files vielen ons achteraf mee en rond half zeven passeerden wij de Frans –Belgische grens,  waarna de regen stopte.  In Nazareth nog even een biefstuk gegeten. Om half acht reed de auto alweer op de snelweg. Het thuisfront was ingelicht dat wij tussen 10 en 10.30 zouden arriveren.
Jan reed de laatste etappe en alles ging gelukkig vlot. Hij wilde tijdig thuis zijn want Dennis (is stuurman) moest die nacht weer voor 10 weken weg. De boot, waarop hij werkt, zou de volgende morgen in Hamburg aankomen en gelijk weer vertrekken.
Om 10 minuten over 10 waren wij weer terug. Wij werden hartelijk verwelkomd door echtgenotes en andere familieleden. Wij klommen vermoeid en stijf uit de auto en konden ons eindelijk weer verenigen met onze dierbaren.
Wij hebben een prachtige reis met veel hoogtepunten gemaakt, die als zeer geslaagd mag worden beschouwd. De samenstelling van de groep was van een hoog gehalte. Er is nauwelijks sprake geweest van enige irritatie. Althans het heeft zich niet geopenbaard. De door Occasion De Banne gesponsorde trainingspakken en kleding hebben bijgedragen tot een teamgevoel. Wij waren een groep. Waarschijnlijk een nog belangrijker element is de zeer goede verzorging door Jan Boots en Wullem Dekker. Zij slaagden er telkens weer in om ons elke dag een gezonde hap voor te schotelen. Alle pannen raakten altijd leeg. Zo is er in totaal ongeveer 60 kilo aardappelen opgegeten, met de nodige groenten. De broden waren op een bepaald moment in Frankrijk en Spanje niet aan te slepen. Het is vaak voorgekomen dat er twee maal per dag brood gekocht is. Dit lezend is het toch opmerkelijk dat alle fietsers zijn afgevallen. Het aantal kilogrammen varieert van 2 tot 5 kilo. Als een aantal mensen een soortgelijke reis zouden willen maken en een verzorgingsteam nodig heeft dan bevelen wij deze twee heren van harte aan. Maar, naar wij hebben vernomen, laat Lia haar Wullem niet meer zo lang van huis, dus dan zal zij ook  mee moeten.

Santiago del Compostela: week 3

Week 3 Van Warmenhuizen naar Santiago del Compostela

Dag 15

Wij beginnen dit verslag weer bij de avond vóór vandaag. Omdat de regen gisteravond met bakken naar beneden kwam , konden wij niet onder de party-tent blijven zitten. Het was er droog onder maar de regen stroomde naar binnen. Omdat wij geen natte voeten wilden hebben , zijn wij verhuisd naar het naastgelegen toiletgebouw. In één van de hoeken hebben een zitje gemaakt om de avond door te brengen. In het toiletgebouw ontmoetten wij twee heren uit Wageningen, die een fietstocht maakten van circa 7.000 kilometer. Zij , Jan van Brakel en zijn vriend Dik van de Graaf, waren op 26 april vertrokken en waren ook op weg naar Santiago. Vervolgens wilden zij weer via Rome en Toscane naar Wageningen terug fietsen. De oversteek van Spanje naar Italië zouden zij per boot maken Zij hadden al veel meegemaakt onderweg en vertelden ons dat hun belevenissen te volgen waren op www.fietsen2008.web-log.nl  Dik de Graaf meldde ons wel dat hij volgens zijn schatting toch wel zo’n 10 kilo kwijt was, hoewel zij voldoende aten en elke dag toch wel een flesje wijn de man dronken. Aan die hoeveelheid drank komen wij niet toe.
Wij vertrokken om 8.45 uur. De atmosfeer was nevelig vanwege de vele regen van de afgelopen nacht. Direct al bij het verlaten van de stad passeerden wij al vele pelgrims die wandelend hun weg vervolgden. Wij schatten dat wij vandaag minstens 50 wandelende pelgrims zijn gepasseerd.
In de loop van de morgen brak de zon meer en meer door en werd de temperatuur al hoger. Wij schatten deze zo rond de 25 graden met een heerlijk windje. Vandaag rijden door de Gers, een mooi afwisselend landschap met glooiende heuvels. Volgens zeggen lijkt het landschap veel op Toscane in Italië. Wij hebben een aantal kerken bezocht, die van binnen weer heel anders waren dan de voorgaande.
Toen wij in Montesquiou aankwamen zagen wij voor ons donkere wolken. Wij hebben toen besloten in een aan de route gelegen restaurant een verfrissing te nemen en de bui af te wachten. Na het oprijden van het terrein ontwaarden wij een heus kasteel, waarin een hotel, restaurant en een naastgelegen camping was gevestigd. Bij ons kwam de gedachte op dat hier iemand van adel zou moeten wonen. Nadat wij onze bestelling hadden gegeven aan een aardige dame, bleek zij een Nederlandse van geboorte te zijn. Zij was inderdaad de barones en was getrouwd met een fransman. Drie jaar geleden hebben zij definitief besloten om van Almere naar deze plaats te gaan .Naast het geven van onderdak in hotel, specialiseerde men zich ook in het geven van seminars en bedrijfsfeesten. Men kon door de aangrenzende chalets meer dan 100 man huisvesten. Geïnteresseerden kunnen op internet meer info krijgen bij www.lehaget.com
Net nadat wij onze tweede cola hadden ontvangen begon het te regenen. Wij schuilen onder de party-tent. Ineens begon het te onweren en kwam er een gigantische hoeveelheid hagelstenen naar beneden, die dwars door de party-tent heen vlogen. Wij stonden na verloop van tijd te bibberen op onze benen, zo koud was het. Hoewel de afstand naar het restaurant slechts 5 meter was, durfden wij de oversteek niet aan, gezien het natuurgeweld. Toen de bui over was, konden wij eigenlijk nog niet weg omdat de weg onberijdbaar was. Het was een fantastisch gezicht toen wij de heuvel opliepen, terwijl zich een nevel vormde boven de smeltende hagel. Pas boven op de heuvel konden wij aan de rand van de weg voorzichtig fietsen, af en toe wegslippend. Een kilometer verder werd de hoeveelheid minder en even later zagen geen spoor meer van de hagel. De lucht was helder en de zon scheen weer uitbundig en prikte zelfs om half zes nog scherp.
Wij kwamen zo rond zes uur op de camping aan in Marciac en hebben ongeveer 145 kilometer gereden. Men heeft ons een veldje toegewezen waar nauwelijks gras op staat , terwijl er diverse goed verzorgde veldjes beschikbaar waren. Willem en Jan hebben schijnbaar niet zo’n goede indruk gegeven toen zij zich meldden  Morgen gaan wij naar Lourdes, waar wij vroeg in middag willen aankomen.

Dag 16

Vanmorgen werden wij gewekt door gestaag vallende regendruppels. Wij hebben staande ontbeten en zijn rond negen uur vertrokken . Mijn rainlegs voldeden aan mijn verwachting, want mijn benen en voeten waren niet nat. Het regende door op onze weg naar Lourdes. Rond twaalf uur hield de regen op en konden wij onze blik ook weer op de omgeving richten. Wij hebben de kortste route genomen over de grote weg, waar gelukkig niet veel verkeer op was.
Toen wij om half twee op één van de dertien campings aankwamen, sprak een Belgisch echtpaar ons aan en meldde ons dat er ook in de schuur geslapen zou kunnen worden. Hij ging gelijk naar de eigenaar van de camping, die natuurlijk zat te eten. Deze kwam gelijk en maakte de deur open en meldde ons dat wij in deze ruimte zouden kunnen eten en de nacht doorbrengen. De vooruitzichten zouden niet gunstig zijn voor vandaag en vannacht. De vriendelijke Belg meldde ons ook dat dit gedeelte de pisbak van Frankrijk was.
Wij gaan ons eerst verfrissen. Voor de douches hebben wij muntjes nodig en deze kunnen pas om drie uur gekocht worden, omdat het bureau niet eerder open is. Vanmiddag gaan wij de stad in en zullen wij proberen contact te leggen met de familie Stoop uit het Waarland, die deze week ook in Lourdes aanwezig is.
Wij hebben vandaag 85 kilometer gereden

Dag 17

Nadat wij ons gistermiddag in ons tijdelijk onderkomen hadden geïnstalleerd begon het weer te regenen. Desondanks gingen wij te voet naar de Grot van Bernadette. Er stond een lange rij mensen die door de grot gingen en deze dan aanraakten.Op het plein krioelde het van de mensen. Zo te zien en te horen  komen zij uit vele verschillende landen. Weldra komen wij in gesprek met een Nederlandse begeleidster uit Alkmaar. Zij vertelde ons dat er deze week een Nederlandse week was en dat zij met circa 1300 mannen en vrouwen  met bussen, vliegtuig en trein naar Lourdes waren getogen. Om 5 uur was er een processie in de kerk onder de grond. In deze ruimte kunnen maximaal 25.000 mensen, maar zo veel waren er niet. Om zo veel mensen bijeen te zien en te horen bidden en zingen was zeer indrukwekkend. Na afloop bleven wij bij de uitgang staan om op eventuele bekenden te wachten Wij kwamen enige bekenden uit Langedijk tegen en op een gegeven moment zagen wij Tineke Jonker, die in een rolstoel zat en werd voortgeduwd. Wij raakten met haar in gesprek en zij vertelde ons in welk hotel de dames Stoop verbleven.
Na een uitgebreide maaltijd in één van de vele snacktenten gingen wij rond acht uur naar het hotel (Saint Louis de Paris). Van.de nederlands sprekende receptioniste mochten wij naar het restaurantgedeelte waar de dames Stoop verbleven. Tot  onze grote verbazing troffen wij niet alleen de gezusters Stoop aan, maar ook nog een groot aantal “moiden “uit. Warmenhuizen. Zij kwamen allemaal spontaan op ons op af en vlogen ons om de nek. Je kon merken dat zij al een tijdje van huis waren. Voor ons was dat natuurlijk ook fantastisch om weer eens een heleboel bekenden te zien.. Zij moesten hun toetjes nog opeten, hetgeen heel snel gebeurde, want in no time was de foyer beneden gevuld met onze bekenden. De pastor die de groep begeleidde heette ons van harte welkom, wenste ons een goede reis naar Santiago en gezamenlijk baden wij een wees gegroet Maria.
Iedereen moest zijn verhaal vertellen. Zo waren wij natuurlijk ook benieuwd hoe het was gegaan met de dijkentocht. Bolle was ook meegegaan, maar was bij Hoorn afgestoken om reeds voorbereidingen te treffen als de mannen weer in Warmenhuizen aankwamen. Zo te horen was het na afloop zeer gezellig geweest, want Nico S en Mat vdB  hadden,  naar het schijnt, grote schik gehad na afloop. Hieruit hebben wij de conclusie getrokken dat Bolle het weer perfect voor mekaar had.
Wij hebben met de moiden een zeer gezellige avond gehad. Vele liederen werden er gezongen, waaronder het Warmenhuizer volkslied. Een Ier met gitaar speelde ook nog een aantal liederen, waarvan het refrein door nagenoeg de hele groep werd meegezongen. Het was een fantastische avond met veel gezang en op het eind van de avond  kregen wij van de vrouw van Hans Kok nog een engelbewaarder opgespeld voor een behouden reis
De moiden moesten de volgende morgen weer om zes uur opstaan voor een trip de bergen in, maar nagenoeg niemand maakte aanstalten om naar bed te gaan voordat wij weg waren. Om half twaalf togen wij huiswaarts, waarbij nagenoeg iedereen ons uitzwaaide onder het gezang van het “Ave Maria”. In de bij het hotel gevestigde bars zaten nog vele gelovigen hun belevenissen van de afgelopen dag te bespreken onder het genot van een drankje.
Toen wij weer langs de grot kwamen, werd daar nog steeds gebeden en stonden er nog vele mensen. Na twaalf uur kwamen wij weer op de camping aan en vielen voldaan in slaap. De regen hoorden wij nauwelijks en het gesnurk van de buurman werd niet als hinderlijk ervaren.
Vanmorgen heerlijk ontbeten in ons tijdelijk onderkomen, terwijl de regen gestaag naar beneden viel. Wij prijsden ons gelukkig met deze ruimte. Om negen uur gingen wij goed ingepakt weer op weg om eerst onze bidons met Lourdeswater te vullen. Het viel ons op dat er vreselijk veel mensen, voornamelijk van het vrouwelijke geslacht, in de rij stonden voor het zwembad. Bij de grot werd een in het nederlands gehouden dienst door vele aanwezigen bijgewoond. Het was alweer mega druk.
In de regen reden wij Lourdes uit en gaandeweg werd het weer al beter. De rainlegs werden opgerold en de regenjasjes gingen uit. Aanvankelijk wilden wij de oversteek naar Spanje bij Oloron Ste Marie via de Somport maken, maar omdat wij rond 1 uur in Oloron waren en dan nog de klim en afdaling  van 90 kilometer moesten maken zou dat een te grote opgave voor vandaag zijn. Wij hebben daarom  besloten de alternatieve route via St Jean Pied de Port te nemen.
Wij staan nu op een camping in Mauléon-Licherre. In Frans Baskenland, midden in de Pyreneeën, aan een snel stromende rivier .Wij hebben vandaag ruim 100 kilometer gereden en gaan morgen de grens over naar Spanje voor het laatste traject. Om de sfeer te proeven werd ons vandaag een heerlijke paëlla  voorgeschoteld met een erwtensoep als voorafje.

Dag 18
Na een heerlijke nacht aan een snelstromende rivier vertrokken wij vandaag om negen uur richting Spanje. Eerst kregen wij een klim van 5 kilometer, waarvan 3 km van 8 %, om even op te warmen. Vervolgens in dalende lijn naar St. Jean-Pied-de-Port. Hier zijn wij naar de speciale ontvangstruimte gegaan, waar alle Santiago-gangers hun stempel kunnen krijgen. Men vertelde ons dat er gemiddeld per dag circa 350 bedevaartgangers langs komen. Velen beginnen de tocht in St. Jean-Pied-de-Port. Er arriveren 5 treinen per dag. De eerste komt om negen uur aan, de laatste om 10 uur ’s avonds. In het straatje waar de ontvangstruimte was barstte het van de slaapplaatsen voor de Santiago-gangers.
Voordat wij aan de klim begonnen, werden wij eerst nog even verzorgd door onze Willem en Jan. De weg naar de pas is 25 kilometer lang met een stijgingspercentages van 7 tot 9 procent. Het was een mooie route met prachtige vergezichten met opvallend veel groen langs de kanten van de weg. Onderweg veel fietsende mede Santiago-gangers tegengekomen. Zij komen uit alle landen. Boven op de klim kon men zijn kruis deponeren. Er was een apart heuveltje voor gemaakt.
Toen wij naar het eerste dorp waren afgedaald, viel ons op hoe verzorgd de huizen eruit zagen. Wat een verschil met Frankrijk. In Frankrijk ziet het merendeel van de huizen er onverzorgd uit. De wegen zien er goed onderhouden uit en er was zelfs een onderhoudsploeg bezig om een spoor van olie op te ruimen. Het gedeelte waar wij vandaag door heen gereden zijn heeft op ons een welvarende indruk achter gelaten.
Wij staan nu op een camping in de buurt van Pamplona. Wij hebben vandaag 120 kilometer gereden. Het weer vandaag was uitstekend om de klimmen te bedwingen. Een zonnetje met af en toe een wolk en een aangename temperatuur. De zon  is nu, om half acht ‘s- avonds, achter de wolken en dan koelt het snel af. Wij zitten tenslotte op 500 meter hoogte. Wij passen onze eetgewoontes al aan, want wij moeten nu nog eten.

PS  Ik ben nog vergeten te vermelden dat Willem Half vandaag wat minder mazzel had, want hij had in de aanloop en tijdens de klim in totaal twee lekke banden.

Dag 19

Het begon vannacht om half vier te regenen en toen wij om zeven uur gewekt werden, tikte de regen nog uitbundig op onze tentjes. Toch maar opstaan, wassen en de boel nat opruimen. Wij hebben onze broodjes staand opgegeten met een kopje thee. Goed ingepakt gingen wij om kwart over acht richting Pamplona. Het is altijd een heksentoer om de bezienswaardigheden van zo’n stad op te zoeken en vervolgens de juiste weg de stad uit weer te vinden. Het is een ruime stad, brede wegen, waar het goed fietsen is en met mooie gebouwen. Er zijn overigens weinig Spanjaarden die een woordje over de grens praten. Uiteindelijk geraakten wij toch in de goede richting. Een Spanjaard zag ons weifelen en begon in het Frans ons de juiste richting te wijzen. Het hield op met regenen, nog af en toe een spatje, met een temperatuur van 10 graden om 10 uur en oplopend tot maximaal 13 graad in de loop van de dag.
Het eerste gedeelte van de tocht liep door wijnvelden en fruitbomen die later overging in een mooie route door een bosrijke omgeving met nagenoeg geen verkeer. Aangekomen bij Puente La Reina hebben wij de stad met zijn historische hoofdstraat en de historische boogbrug (900 jaar oud) verkend. De kerk is heel apart. Omdat er nagenoeg geen ramen in zitten doet deze zeer somber aan. De aankleding binnen is echter overdadig versierd met bladgoud. Op de rand van de kerktoren zagen wij twee bewoonde nesten van ooievaars. Toch wel opmerkelijk.
Onderweg komen wij weer vele pelgrims te voet tegen. Een Duitser vertelde ons dat hij om kwart over zeven vanmorgen was vertrokken en circa 30 kilometer had gelopen en nu op zoek ging naar zijn slaapplaats voor de nacht. Dat was zo rond half twee. Hij had de slaapplaats ‘s morgens telefonisch vastgelegd, want anders, zo vertelde hij, was er geen plaats meer.
Bij de Monasterio de Irache hebben wij gratis wijn geproefd. Langs het wandelpad is er een aparte ruimte gemaakt, waar voorbijgangers de wijn kunnen proeven door het houden van een glaasje onder de langzaam lopende tap. Een tempranilo-wijn werd er geschonken.
De route van vandaag loopt door een zeer wisselend landschap met prachtige vergezichten door de Navarrastreek( veel wijnvelden). Opvallend is wel dat er aan de horizon op de hogere heuvels zeer veel windmolens staan. Volgens mij wordt er hier niet over horizonvervuiling gesproken.
Er is in de dorpen en steden een hoge mate van bouwactiviteiten. Er worden hele wijken de grond uitgestampt .
Jan Karsten is vandaag een beetje veel zenuwachtig. Zijn dochter Monique gaat morgen bevallen (keizersnede). Morgen zullen wij het nieuws wel vernemen. Wij hopen op goede berichten.
Wij zijn nu op een camping in Logrones. Wij hebben vandaag 125 kilometer gereden. Het is nu droog, maar wel aan de frisse kant.

Dag 20

Gisteravond hadden wij op weer online gekeken en toen werd er voor vandaag veel zon aangegeven. Jawel, toen wij opstonden keken wij tegen een strak blauwe lucht aan, met een redelijk lage temperatuur.
Wij vertrokken om half negen, nadat wij het restant van de macaroni van gisteren hadden opgegeten. Het zou vandaag een lange, zware dag worden, want de eerste camping is na 60 kilometer en de volgende is pas in Burgos, op circa 150 kilometer.
In Logrono hebben wij eerst de kathedraal bezocht. Deze was ook weer zo rijk met bladgoud bedekte beelden en kruizen. Ook hier weer op de toren nestelende ooievaars. De route uit de stad was goed te volgen, omdat overal borden staan geplaatst die de richting aangeven. Wij passeerden de vele wandelaars die net uit de stad waren vertrokken Het eerste deel voerde over een heuvelachtig parcours langs de wijngaarden van de Rioja met redelijk veel klimmetjes van 7 %. Aan weerszijden van de route lagen de heuvels en in de verte konden wij de sneeuw erop zien liggen. De hoogteverschillen in dit gedeelte waren niet groot. Wij moesten regelmatig de verschillen tussen de heuvels, die op een hoogte lagen van 500 meter tot 700 meter, overbruggen. Er waaide een stevige wind, die meestentijds niet in ons voordeel blies. Deze wijnstreek laat een welvarende indruk achter. Het gaat goed met de Rioja
Via lange rechte wegen komen wij in Santo Domingo de la Calzada. Hier worden wij bij de ingang van het plaatsje opgewacht door de politie met de karabijn in de aanslag. Toch een vreemde gewaarwording. Bij de ook weer prachtige kathedraal aangekomen, zien wij naast de graftombe van Santo Domingo boven in de kerk een levende haan en kip. Er mogen geen foto’s gemaakt worden, maar niemand stoort zich daar aan. Opvallend is ook hier net als in Logrono de netheid van de straatjes. Het lijkt erop alsof de tegeltjes er gemetseld in liggen. Zo netjes en mooi.
Bij het vragen naar de weg worden wij heel vriendelijk te woord gestaan. Wij verstaan er niet veel van, maar met de gemaakte gebaren en ook meelopen naar de hoek van de straat om ons verder op te helpen, komen wij elke keer weer op de juiste route.
De dochter van Jan zou vandaag bevallen en dat was duidelijk aan hem te merken. Om kwart over drie heeft hij gebeld en toen hoorde hij dat hij weer opa was geworden. Het is een jongen geworden en hij heet Joep, lengte 50 cm, gewicht 7 pond. Moeder en kind maken het goed en de vader is ook een gelukkig mens. Direct na het horen van dit goede nieuws kon je zien dat er last van zijn schouders was gevallen, want hij vloog de klimmetjes op. Er was geen houden meer aan  Gelukkig als hij was met het ontvangen bericht. Wij reden toen ook verkeerd.
Jan Boots kreeg ook een goed bericht. De operatie van Michel is ook geslaagd. Vanavond zullen wij dit allemaal gaan vieren.
Onderweg werden wij verrast doordat een aantal fans van ons onze namen op het wegdek hadden gezet, Wij zaten in een afdaling toen de verrassing onder ons doorgleed. Wij stoppen en een foto maken. Een leuke geste van onze fans.
Wij kwamen vanavond om kwart over zes aan op de camping in Burgos, na 165 kilometer. Hier staan veel Nederlanders, meestal met campers. Wij werden door onze Jan en Willem getrakteerd op een lekkere mok bouillon, gevolgd door koffie met gebak.
Wij moeten na vandaag nog 560 kilometer afleggen, zonder de omrij kilometers mee te tellen.

Dag 21

Gisteravond hebben wij een aantal heerlijke flessen Rioja burgermeester gemaakt. Wij verlieten als laatste klanten de bar op de camping. Het valt ons zo op dat de mensen in de bars   alles op de grond laten vallen. Het barst er van de sigarettenpeuken, papiertjes en andere zaken, die wij gewend zijn ergens te deponeren. Er spreekt nagenoeg niemand een andere taal dan het Spaans, waardoor het moeilijk is om de vraag waarom zij dat doen te kunnen stellen. Wellicht komt het antwoord nog een keer.
Om half negen vertrokken wij vanaf de camping via een fietspad tot aan het centrum van de stad. Wij bezochten de mooie kathedraal, die enerzijds wordt gebruikt als bidruimte, daarvoor is dan ook een aparte afgeschermde ruimte gemaakt, en anderzijds is de kerk een soort museum, waarvoor men een kaartje bij de VVV moet kopen. Het interieur van de kerk was ook weer rijkelijk met bladgoud bedekt.
De route uit de stad verliep zonder verdere problemen. Onderweg kwamen wij nog een stel jongemannen uit Limburg tegen die met  bepakking nagenoeg net zo snel reden als wij.
Onderweg komen wij nu regelmatig grote borden tegen die ons erop wijzen hoeveel kilometer het nog is naar Santiago. Het aantal gespotte wandelaars vandaag overstijgt de honderd. De meesten lopen er nog fris bij, maar er zijn er ook bij die heel moeilijk lopen over de oneffen paden.
In Castrojeriz de eveneens als museum ingerichte kerk bezocht met zijn mooie beelden en schilderijen. In Boadilla del Camino hebben wij gepauzeerd en een kijkje genomen in een auberge. Er waren al vele wandelaars die daar de nacht zouden doorbrengen. Zij hadden klaarblijkelijk net de was gedaan, want deze hing te drogen aan de daarvoor bestemde lijnen. Het zag er goed verzorgd uit en de prijs voor een overnachting bedroeg € 5. Dat is eigenlijk geen geld, als wij de tarieven van de campings vergelijken. Voor ons zessen zijn de tarieven meestal meer dan € 30 per nacht.
In Carrión de los Condes  moest onze auto van Occasion de Banne als taxi, cq ziekenvervoer fungeren. Één van de talrijke Duitse pelgrims kon niet meer lopen en was circa een halve kilometer van zijn slaapplaats verwijderd. Wij kregen het verzoek of wij (Willem en Jan) hem niet naar zijn hostel wilden brengen. Ondersteund door onze sterke mannen werd hij en zijn rugzak naar de gewenste plaats vervoerd. Wij hebben de gedachte dat deze man morgen in ieder geval niet zijn weg zal kunnen vervolgen. Hij kon niet op zijn ene been staan en bewoog zich alleen hinkelend voort.
Zittend in het zonnetje besloten wij om half drie dat wij nog wel een veertig kilometer verder zouden kunnen rijden, want dan zouden de overige dagen slechts rond de 100 uitkomen. Wij hebben voor de verandering een acht kilometer lang grindpad genomen, dat eigenlijk niet voor onze bandjes geschikt is. Veel kiezels en ander ongerief. Gelukkig hebben wij geen lekke band opgelopen. Verder ging het door een saai landschap met lange rechte wegen, zonder mooie vergezichten. De dorpen zien er in deze streek ook meer verlaten uit en de staat van de panden getuigt ook van een zekere armoede. Uitgestrekte graanvelden aan weerszijden van de wegen.
Op de weg naar onze camping in Sahagún, na 142 kilometer, kregen wij op 5 kilometer van deze plaats nog een fikse hagelbui om onze oren. Wij hebben daarom in die plaats een heerlijk kopje koffie genomen. Het valt ons op dat de prijzen redelijk gematigd zijn. Voor een kop koffie, zoals wij die ook kennen, betaalden wij vandaag  € 1,10. De normale benzine (Euro 95) langs de snelweg kost  € 1,26, een redelijk verschil met de prijzen bij ons.
Na een heerlijke douche en een goede maaltijd voelen wij ons weer als herboren en maken wij ons weer gereed voor de volgende etappe. Jan Boots meldde ons nog even terloops dat de broodconsumptie ten opzichte van de eerste week verdrievoudigd is. Het Spaanse stokbrood voedt natuurlijk veel minder dan het degelijke Hollandse bruinbrood.

Santiago del Compostela: week 2

Week 2 Van Warmenhuizen naar Santiago del Compostela

Dag 8

8 mei is in Frankrijk een nationale feestdag, hun Bevrijdingsdag. Wij gingen op de avond van dag 7 nog even het dorp in om de sfeer te proeven. Op het eerste, en zoals later bleek het enige, terras hebben wij een paar pilsjes gedronken. Er zat alleen een vrouw aan een tafeltje met een glaasje pernod en zij had er geen bezwaar tegen dat wij bij haar kwamen zitten. Zij kwam oorspronkelijk uit Duinkerken en wilde graag een gesprek voeren. Vroeger had zij engels geleerd, maar de laatste jaren niet meer gesproken. Zij probeerde de conversatie in het engels te voeren, hetgeen moeizaam verliep met behulp van gebaren enz. Na een paar consumpties moesten wij vertrekken omdat het café ging sluiten. De baas was vandaag 3 jaar getrouwd en hij wilde nu naar zijn vrouw. Wij op weg naar een volgende gelegenheid. Een soort veredelde huiskamer. Opvallend was wel dat nagenoeg iedereen naar buiten ging om daar te roken, inclusief degene die achter de tap stond.
Iedereen sprak zijn verbazing uit over het uitbundige gefluit van de vogels. Het leek wel of bepaalde vogels ’s nachts gewoon doorfluiten. Het landschap wijzigt van een landbouwgebied naar meer veeteelt en met meer heuvels en bossen. Wij startten vanmorgen om 9 uur met weer een strakblauwe hemel. Na een paar steile klimmetjes die allemaal nog op de 42 konden worden genomen kwamen wij in de streek van de Chablis. Ineens verandert het landschap van veeteelt in wijnbouw. Op de zuidflanken van de heuvels staan zo ver je ogen kunnen kijken de wijnstokken
Wij hebben een bezoek gebracht aan de kathedraal van Auxerre, die men aan het renoveren was. Een gesprekje gevoerd met 2 jongedames van in de twintig die 6 dagen in de week met dit werk bezig waren en nog ongeveer een jaar nodig hadden voordat de klus geklaard was. Na Auxerre gingen wij over een jaagpad en fietspad verder. Wij hebben ongeveer 40 kilometer over fietspaden langs een kanaal gereden, waarin veel plezierjachten voeren. Een mooie route met vriendelijk naar ons zwaaiende mensen die ons allemaal een goedendag wensten. Wij deden dat natuurlijk naar hen ook. Het laatste deel van de route van vandaag leidde door de Morvan naar Vézelay, het knooppunt van oudsher bereisde wegen. Wij hebben de stad met zijn kathedraal bezocht
Op de camping hebben wij een man ontmoet, die samen met zijn vrouw uit Sint Jacobaparochie (Friesland) lopend op weg waren naar Santiago de Compostela. Zij waren op 1 april vertrokken en hoopten zo rond eind juli aan te komen. Zij hadden nog maar 1 dag regen gehad. Dat viel reuze mee. Hij vertelde ons dat hij al zes kilo gewicht kwijt was.

Wij hebben vandaag rustig aan gedaan en 100 kilometer afgelegd. Morgen wacht ons weer een zware dag met veel klimmetjes.

Dag 9

Gisteravond gingen wij nog even te voet naar Vézelay om een terrasje te pikken. Op het eerste terras werden wij niet geholpen omdat men het te druk had met eters. Bij de tweede gelegenheid, met het bord ”BAR” op het trottoir, had men geen tapbier en nog slechts twee flesjes Heineken. Bij de derde gelegenheid was de voorraad bier ook al gauw op. Aan een tafel naast ons zat een echtpaar dat lopend op weg was naar Compostela. Zij waren op 1 april  vanuit Namen vertrokken en kwamen uit Schiedam. Zij droegen samen ongeveer 32 kilo aan bagage met zich mee. Zij bleven nog een paar dagen in Vézelay omdat hij geblesseerd was aan zijn enkel  Omdat het bier op was zijn wij maar weer naar de camping gegaan en lagen lekker vroeg in bed (half elf).
Met de vinger van Willem gaat het beter. De spalkpleister is eraf en hij zegt dat hij nagenoeg geen pijn meer heeft.
De afgelopen dagen werd er regelmatig door fransen gevraagd wat Occasion de Banne betekende. In het Frans betekent het zeil, zonnescherm. Wellicht waren zij op zoek naar een tweedehands zonnescherm.
Wij zijn ook nog een wat gezette heer op een mountainbike met een elektromotor tegengekomen. Nog nooit gezien.
De fietsers waren om half acht al klaar met het opruimen van de tenten en stonden te wachten op onze hulptroepen. Onze Jan en Willem waren nog zo vermoeid van de inspanningen die zij de afgelopen dagen hebben geleverd dat zij toch na half acht wakker gemaakt moesten worden. Anders konden wij niet op tijd vertrekken. Om half negen, na een uitgebreid ontbijt, vertrokken wij. De dag begon bewolkt met een spatje regen in de afdaling. De rest van de dag bleef het bewolkt met een flauw zonnetje die de temperatuur tot een aangenaam nivo liet stijgen. Voor de huid ook een dag van tamelijke rust.
De route van vandaag voerde over een geaccidenteerd terrein met vele klimmetjes, leuke centrumstadjes, waar het een drukte van belang was. In Nevers een tweetal kerken bezocht. Vanaf de brug over de Loire hadden wij een prachtig uitzicht op de stad. Even buiten Nevers is het aquaduct van  le Guétin. Het is een heel vreemd gezicht dat er een kanaal is dat meer dan twintig meter boven de rivier loopt. De schepen worden in twee etappes geschut. Wij vervolgden  onze weg naar een camping die ons voerde via Apremont langs de Allier. Dit is een stadje met fraaie gebouwen en daardoor ook veel toeristen

Wij staan nu op een camping in Mornay aan de Allier. Wij zijn wederom de enige kampeerders. Toen wij aankwamen was alles gesloten. Wij zijn op zoek gegaan naar de beheerder en die heeft het sanitair opengemaakt, zodat wij ons kunnen verzorgen

Dag 10

Afgelopen nacht heeft het een beetje geregend, maar toen wij opstonden zag het er om te fietsen veelbelovend uit. Lichtbewolkt en een aangename temperatuur van tussen de 20 en 25 graden. Wij vertrokken weer om half negen door een redelijk vlak landschap, dat niet enerverend was. De eerst 10 kilometer ging over een N-weg waarover normaal veel vrachtverkeer  rijdt, maar omdat het zaterdag was, viel de overlast wel mee. Onze snelheid was op dit stuk weg boven de dertig, want wij wilden zo snel als mogelijk naar de vertrouwde rustige wegen.
Het valt ons toch weer telkens op dat de meeste huizen slecht worden onderhouden. Alleen de nieuwe huizen zien er goed verzorgd uit met meestal een nette tuin. Het grind op het trottoir wordt zelfs aangeharkt.
In Zarzay hebben wij het kasteel waarin George Sand  met Chopin , volgens de vriend van de kasteeleigenaar, de liefde zou hebben bedreven. Deze vriend was een Zwitser die in de buurt van Poitiers ook een “kasteeltje” had. Met veel enthousiasme liet hij ons zijn optrekje zien. Wij hadden geen tijd voor de rondleiding omdat de volgauto verder op de route op ons stond te wachten
Wij staan nu in Neuvy – St. Sépulchre op een camping en waar wij wachten op de beheerder voor de aansluiting van het elektrisch. De gereden afstand is 130 kilometer.

Dag 11

De beheerder van de camping zou ’s avonds nog langskomen om ons van stroom te voorzien. Helaas hebben wij haar niet gezien en omdat wij geen licht hadden, waren wij gedwongen naar het dorp te gaan. Gelukkig had het plaatselijke restaurant wel een lekker tapbiertje voor ons. Op enig moment kwam een van de gasten die buiten op het terras aan het eten was een kaasplateau terugbrengen. De eigenaar, die achter de bar stond, pakte een stuk kaas en stak het in zijn mond. Wij gaven hem gelijk een teken dat hij mazzel had met zo’n stuk kaas. Hij aarzelde geen moment aan ons te vragen of wij ook niet een stukje wilde hebben . Natuurlijk wilden wij dat en vervolgens bracht hij ons ook nog het gebruikelijke brood. De rekening viel 100 % mee, want hij rekende niets voor de kaas.
Onze ervaringen met de Fransen die wij ontmoeten zijn over het algemeen zeer positief. Zij zijn zeer vriendelijk en zeer behulpzaam. Een enkele automobilist is af en toe nog wel eens ongeduldig.
Vanochtend werden wij om half vier gewekt door het alarm dat in het dorp afging. Dit alarm ging telkens af als de brandweer moest uitrukken. Alle leden werden op deze manier gealarmeerd.
De klokken van de kerk begonnen om kwart voor zeven al te luiden. Dit was voor ons een teken om op te staan. Willem en Jan hadden de tafel al om kwart over zeven gedekt, zodat wij mooi op tijd konden ontbijten. Het moet gezegd worden dat deze twee ons uit de kunst verzorgen. Wij krijgen op gezette tijden een hapje en een drankje en het avondeten is uitstekend. De complimentjes vliegen regelmatig over tafel.
Om half negen vertrokken wij weer met een blauwe hemel en nagenoeg geen wind . Het landschap is zeer heuvelachtig . De wegen zijn geen moment vlak. Het is vergelijkbaar met de Ardennen. Onderweg zijn wij weer een echtpaar uit Horst tegengekomen, die samen op de fiets ook naar Compostela waren. Zij rijden zo tussen de 80 en 100 kilometer per dag. Wij komen ook al meer wandelaars tegen.
Wij staan nu op een camping in St Leonard de Noblat. Er komt al heel gauw een Nederlandse mevrouw naar ons toe die ons enthousiast meedeelde dat zij de tocht ook met haar man op de fiets heeft gemaakt. Zij blijkt het echtpaar dat wij onderweg zijn tegengekomen te kennen en gaat hen morgen met de auto tegemoet.
Wij hebben vandaag 140 kilometer afgelegd. De lucht betrekt nu en er dreigt onweer achter de heuvels.

Dag 12

Toen ik gisteravond mijn verslag van dag 11 net verzonden had, begon het hevig te onweren. Eerst kwamen er dikke druppels naar beneden vallen, later gevolgd door grote hagelstenen. Wij schuilden in de bus van “de Banne”, waarin wij hoog en droog zaten. Na de bui gingen wij gelijk onze tentjes inspecteren of er geen beschadigingen aanwezig waren. Gelukkig geen schade.
Vanmorgen was het bij het opstaan zeer nevelig, vanwege de regen van gisteren. De mist hing over de vallei en het was redelijk fris. Wij vertrokken rond negen uur, want wij zouden een betrekkelijk korte tocht maken door het meest dunbevolkte gebied van Frankrijk, de Limousin. Wij zien nagenoeg geen mens op straat in de kleine dorpjes waar wij door heen fietsen. Het landschap is zeer groen met vele bos. Hier grazen dan ook de runderen van het bekende Limousin – ras. Wij zijn onderweg een echtpaar tegengekomen die de tocht tot aan de Pyreneeën gingen maken. Daarna zouden zij weer huiswaarts keren. Zij hadden de tocht naar Santiago de Compostella al een keer gemaakt via de westelijke route. Willem en Jan stonden op ons te wachten en boden hen iets te drinken en te eten aan, want onderweg is hier niets te koop.
In Uzerche was onze eerste grote stop. Een mooie plaats aan de rivier met mooie vergezichten. Het is hier heel gewoon dat de mensen op diverse plaatsen uitgebreid zitten te eten.
Het gaat aan ons voorbij dat het tweede pinksterdag is, meidendag in Schoorl, kermis in het Veld, en op Moederdag was er natuurlijk de dijkentocht. Hoeveel zouden er dit jaar aan  hebben deelgenomen? Was het na afloop gezellig bij Bolle? Als wij weer thuis zijn horen wij de verhalen wel of zij staan op de website. Wij luisteren niet naar de radio en lezen geen kranten. De gesprekken onderweg worden ook minder. Iedereen is meer met zijn eigen gedachten bezig.

Wij hebben vandaag 115 kilometer gereden, mede doordat wij een aantal keren verkeerd zijn gegaan. De weersomstandig-heden waren zeer goed, een zwakke tegenwind en de temperatuur bedroeg ongeveer 25 graad, op de hoogvlaktes circa 20. Wij staan nu in een camping vlakbij Brive-La-Gaillarde, waar de lucht weer betrekt en de eerste druppels al vallen.

Dag 13

Wij hebben afgesproken met elkaar dat wij vandaag er een rustige dag van zouden maken. De dag begon tamelijk onbewolkt, maar wel fris. Wij vertrokken rond kwart voor negen richting Brive-la-Gaillarde. Eerst een klimmetje om de spieren op spanning te zetten en vervolgens de stad in. Het centrum is nooit een probleem, maar om deze weer te verlaten en dan de juiste weg te vinden is een stuk lastiger.
Wij rijden nu door een mooi gevarieerd gebied met prachtige uitzichten. Er zijn veel foto’s gemaakt. In Turenne kwamen wij zwetend aan boven op de klim van 1 km met een stijgingspercentage van 8 á 9 procent, toen wij plots iemand hoorden vragen of wij geen kopje koffie wilden hebben. Het bleek de Nederlandse baas van een restaurant te zijn Voor een goed bakkie en een taartje waren wij te  porren. Hij heette Paul en kwam uit Breda, een redelijk jonge kerel van in de dertig die hier al vier jaar een restaurant had.
Wij vervolgden onze weg over een aantal klimmetjes en ook staken wij de Dordogne over. Het is toch wel een brede snelstromende rivier bij Meyronne.
Om half twee kwamen wij op de camping vlak voor Rocomadour aan en wij hebben 65 kilometer afgelegd onder een strak blauwe hemel. Gauw hebben wij ons geïnstalleerd en hebben vervolgens besloten een tochtje naar de Grot van Lacave te maken.
Het bed van Jan werd  uit de bus gehaald, want anders konden wij niet met z’n allen in de bus. Wij vertrokken voor een tochtje van 10 kilometer. Bij de ingang van de grot gingen wij eerst met een ondergronds treintje de berg in. Na het uitstappen konden wij kiezen of 100 treden omhoog of met de lift. Niemand ging de trap op,
Wij werden door een gids begeleid door de gangen naar de diverse kamers. Het is ongeveer een 1,5 kilometer lang traject door lange gangen en grote zalen met enkele meertjes. Mooi waren de weerspiegelingen in het water. Het leek net alsof je in de diepte keek. In een van de zalen was een speciale verlichting aangebracht, zogenaamde “lumiére noire”, dat de stalactieten niet verlicht maar het gesteente tot leven schijnt te wekken. De nog actieve geven een bepaald soort licht (het lijkt op led verlichting).
Na dit bezoek zijn wij met een treintje (ja weer, want lopen was te ver en de weg te steil) naar Rocomadour  gegaan. Vanaf de aanrijdroute een fantastisch gezicht. Het stadje ligt zo mooi tegen de rotswand met het kasteel boven op de heuvel. In feite is er buiten het kasteel en de kerk maar 1 straat . Deze bestaat geheel uit winkeltjes die het van de toerist moeten hebben. Er is nog weinig toerisme, dus men probeert het publiek met gratis proeven naar binnen te lokken, in de hoop dat er dan toch wat verkocht kan worden.
Met de bus weer terug naar de camping en is het weer wachten op de heerlijke maaltijd die ons zal worden voorgeschoteld door onze chef-kok Jan.

Dag 14

Gisteravond hebben wij vanaf het plaatsje l’Hospitalet naar Rocomadour bij avond gekeken . Een fraai schouwspel al die verlichte oude gebouwen die tegen de rotswand lijken te zijn aangeplakt.
Vanmorgen werden wij weer om 7 uur gewekt door de plaatselijke kerkklok. Na een uitgebreid ontbijt vertrokken wij weer om half negen. Eerst nog een paar foto’s maken van Rocomadour bij daglicht en dan afdalen tot in het dal. Het was weer fris onder een nevelig zonnetje. Na de afdaling kwamen er gelijk een aantal stevige klimmetjes van circa 7 % . Na 26 kilometer volgde een lange afdaling van circa 20 kilometer naar het dal van de Lot. Een mooie snelstromende brede rivier die zich slingerend door het landschap  een weg baant.
In Cahors de kathedraal bezocht. Wij hebben daar bij de ingang van de kerk een paar Nederlanders ontmoet die reeds een jaar of negen in de buurt van Cahors wonen. Een van de dames wilde graag een beetje voor gids spelen, terwijl haar metgezellen verder gingen. Ze toonde ons de binnenplaats van de kerk, waar nog duidelijk de sporen van de beeldenstorm zichtbaar waren. Een van de kapellen in de kerk was ook beschadigd. Zij vertelde dat er onlangs pas bepaalde stukken gerestaureerd waren. In feite is dit een beetje zonde, want laat maar zien wat voor schade men in die tijd heeft aangebracht. Zij attendeerde ons er ook op dat er voor de “Pont Philippe”een loket was waar wij een stempel zouden kunnen halen. Na het bezoek aan de kerk togen wij ernaar toe. Daar aangekomen zaten er een paar duitse wandelaars en werden wij naast het geven van een stempel door twee lieve, al wat oudere, franse dames ook getrakteerd op een glas fris en een koekje en gedroogde pruimen. Dit was de eerste keer dat wij op deze wijze onthaald werden.
Wij zitten nu in Moissac op een camping aan de Tarn. Het is vandaag overwegend bewolkt geweest, waarbij de temperatuur op ongeveer 20 graden uitkwam. Wij hebben 135 kilometer gereden met voornamelijk tegenwind. Nu begint het gestaag te regenen. Wij zitten droog onder de party-tent , de was is gedaan en hangt te drogen in het washok. Nu maar hopen dat deze evengoed nog droogt vannacht en dat het morgen weer een droge dag zal zijn. Een zonnetje is dan meegenomen.

Santiago del Compostela: week 1

Week 1 Van Warmenhuizen naar Santiago del Compostela

Dag 1

Om kwart over negen waren bij de kerk aanwezig. Al snel kwamen de familieleden en bekenden om met ons de mis te vieren. Een afvaardiging van de slagroomsoezen, vergezeld door Klaas Rol, was ruim voor tijd in de kerk aanwezig. Pastoor Berkhout verzorgde een mooie viering, waarbij we na afloop voor op het altaar stonden en hij ons enige vragen stelde. De dochter van Jan Karsten, Esther, deed nog een woordje en overhandigde haar vader een kalender. De andere dochter van Jan maakte een fotorapportage.
Buiten om omstreeks half elf werden wij verrast door een grote groep leden van de slagroomploeg, aangevuld met familieleden en vrienden die ons gingen vergezellen op de eerste etappe. Het waaide behoorlijk, waardoor de route door het duingebied naar Castricum leidde. Hier nam de helft afscheid en de rest vergezelde ons naar de “Krokodil”, een wegrestaurant tussen Uitgeest en Krommenie.
Vanaf Krommenie moesten wij op eigen kracht verder. De route liep door Zaandam naar Amsterdam, waar wij duidelijk de rommel van Koninginnedag nog konden zien. Wat kunnen mensen een troep maken. In Ouderkerk aan de Amstel hadden wij onze volgende stop. Het begon gelijk te hagelen. Wij vervolgden de tocht via Abcoude waar de route langs kleine weggetjes liep met oude knotwilgen, langs de Vecht met zijn prachtige buitenhuizen, naar Utrecht. In Utrecht kwamen wij langs een weg met allemaal woonboten, waar veel schaars geklede dames ons vriendelijk toelachten en naar ons zwaaiden.
Alles was voorspoedig verlopen, de buien vielen op plaatsen waar wij niet reden, totdat wij de brug bij Vianen gepasseerd waren. Bij de afslag Vianen twijfelden wij over de nemen van een afslag. Op dat moment reed Willem Half tegen het achterwiel van zijn voorganger aan en viel. Hij had hoorbaar pijn. Toen hij weer ter been was, konden wij zien dat zijn vinger in een hoek van 45 graden stond. Bij hotel van de Valk geïnformeerd naar de huisartsenpraktijk. Deze bleek in het ziekenhuis van Nieuwegein te zijn, het was immers Hemelvaartsdag. Wij weer op de fiets terug de brug over. In het ziekenhuis heeft men zijn vinger weer rechtgezet, foto’s gemaakt en geconstateerd dat er enige splinters van het bot zweven. De vinger is gespalkt met zijn naastliggende vinger. Met pijn vervolgde hij weer op de fiets de weg naar de camping in Hagestein, waar wij om half acht aankwamen. Gereden afstand 150 km.
Wij kregen nagenoeg direct een heerlijk bord soep, gevolgd door macaroni. Het smaakte fantastisch. Na een paar potjes bier gingen wij om elf uur op stok. De nacht was al koud.

Dag 2

Na een koude nacht, waarbij het geluid van de snelweg Utrecht – Den Bosch gelegen op een afstand van circa 5 kilometer, duidelijk was te horen. Om kwart over negen vertrokken wij richting Leerdam, waarna wij bij Brakel met de pont de rivier overstaken. Wij genoten van het mooie uitzicht over de uiterwaarden, de bloeiende fruitbomen en mooie huizen langs de dijken. Na nog twee oversteken met de pont gingen door het centrum van Den Bosch. Natuurlijk hebben wij ook de  Sint Jan bezocht. Langs mooie kleine weggetjes gingen wij naar Liempde. Hier zagen wij de auto staan bij een supermarkt. Willem en Jan waren net inkopen aan het doen. Wij spraken af dat wij in Lierop elkaar opnieuw zouden treffen om dan af te spreken waar wij zouden overnachten. In Lierop hadden wij koffie in het fietscafé. De tocht hebben wij door een mooi gebied vervolgd, het was meer een mountainbikepad, maar het ging. Het laatste stuk hebben wij langs de Zuid Willemsvaart en het kanaal van Wessem naar Nederweert gereden naar  Hunsel.  Een rustige camping bij een boer, waar wij om half zes aankwamen. Vandaag gereden afstand  160.

Dag 3

Na een koude nacht werden wij vrij vroeg gewekt door de merels en op de camping verblijvende Polen. Zij zijn voornamelijk werkzaam in de asperges en de bouw en gingen rond 6 uur op pad. Een strakblauwe lucht met een mooie laag nevel over de velden. Na een goed ontbijt met een eitje stapten wij rond negen uur op de fiets. Het was de bedoeling dat wij niet de LF 7a via Maastricht zouden volgen maar dwars door Limburg via Maasbracht- Sittard- Heerlen- Kerkrade naar Aken zouden gaan. Het eerste rendez- vous was in Sittard, alwaar wij niet langer dan twee minuten op de bus hoefden te wachten.
In Aken gingen wij allereerst op zoek naar een camping. De camping die er oorspronkelijk was, bleek omgebouwd te zijn tot zwembad. Wij hebben dus eerst de Dom bezocht en een rondje door de stad langs het mooie stadhuis gemaakt. Het was er gezellig druk. Willem en Jan waren inmiddels op zoek gegaan naar een camping. Zij hadden deze gevonden in de buurt van Gemmenich, op ongeveer 6 kilometer van de route. Wij spraken af dat wij in plaats van morgen vanmiddag al een aanvang zouden nemen met de route.
Gelijk al bij de uitgang van de Dom stonden er jacobsschelpen met de aangegeven richting. De route zou dan ook gemakkelijk te volgen zijn, toch reden wij verkeerd. Maar na een keer vragen kwamen wij weer op het juiste pad, dat ons voerde door een prachtig bosgebied met leuke heuvels,  een perfect moutainbikegebied. Op een steile afdeling van grind kreeg Cor als eerste een lekke band. Dure Schwalbe-banden geven geen garantie tegen lek rijden.
Na een mooie zonnige dag kwamen wij om half 5 op de camping Kon Tikie aan. Er is nagenoeg geen gelegenheid voor kortkampeerders, maar wij staan wel op een veldje achteraf. Wij hebben 100  kilometer gereden en bij aankomst werden wij verrast met een heerlijke soep en belegde broodjes. Dat ging erin.

Dag 4

Wederom een koude nacht op de camping in Gemmenich. Om circa 9 uur vertokken wij, maar de bus moest noodgedwongen voor de slagbomen blijven staan omdat de baas van de camping nog niet aanwezig was. Gemotoriseerd verkeer mocht voor 9 uur niet vertrekken. Bij het verlaten van de camping kwamen de eersten van de Shimano Challenge op hoge snelheid de heuvel af, die wij natuurlijk in een slakkengangetje omhoog reden. Het is zondag, dus onze eerste gang was naar de kapel van Maria in La Chapelle. Van binnen zag het mooi en verzorgd uit. Wij hebben daar met twee priesters en een non uit Maastricht gesproken, om half elf zouden zij een dienst verzorgen. De koster voorzag ons van een stempel. Op bijna alle kruispunten stonden er aanwijzingen hoe te rijden. Het eerste gedeelte was mooi, maar door de onverharde wegen hadden wij in feite meer oog voor het pad dan voor de omgeving. In de buurt van Henri Chapelle kruisten wij het pad van de Shimano Challenge. Wij raakten in gesprek met een jongedame uit de buurt van Alkmaar. Zij zat er helemaal doorheen, want zij had zaterdag ook al aan een tocht deelgenomen. In Clermont nog geprobeerd de kerk van binnen te bezichtigen, maar er werd een dienst gehouden. Het viel mij wel op dat de kerk goed bezocht werd.
Wij vervolgden onze weg naar Limbourg waar volgens afspraak Merijn en Gerard Zutt op ons zouden wachten. Wij hebben eerst nog een kop koffie  met een gebakje op een terras besteld. De eigenaar had geen gebak en verwees ons naar de bakker om de hoek. Hij vond het niet bezwaarlijk als wij het gebak op zijn terras zouden nuttigen. Onze ervaringen in Nederland zijn wel eens anders, waar men de meegenomen cadetten niet bij de bestelde koffie mag opeten.
De ontmoeting met de familie Zutt was boven op een steile klim in Oud Limbourg. Na de gebruikelijke begroeting en het maken van foto’s zijn we gezamenlijk naar hun camping in Polleur gereden. Hierna ging de tocht weer met ons zessen verder. Heuvel op, heuvel af. In La Reid (de vaste laatste ravitaillering in Luik- Bastenaken Luik) hebben wij wat gegeten. Het was 1 uur, wij waren al 4 uur onderweg en hadden al 54 kilometer afgelegd. Wij wisten dat het hierna wel wat zwaarder zou worden  Gelijk bij het verlaten van het dorp ging het via een lange klim en afdaling naar Stoumont. Het wegdek langs de Lienne was slecht. Gerard en Jan gingen telkens in een redelijk tempo omhoog, terwijl Cor en Willem in wat rustiger tempo, goed naar de omgeving kijkend, hun weg vervolgden. In Lierneux spraken wij af dat wij op de camping in Rettingny aan de Ourthe zouden kamperen. Om half 5 kwamen wij aan. Wij hebben vandaag 115 kilometer gereden. Het was genoeg voor vandaag. Op het terras stond een goed glas bier op ons te wachten. Wij staan nu aan een kabbelend beekje. De was is gedaan en gedroogd in de centrifuge. De aanwezige wasdroger werd niet gebruikt. De deskundigen onder ons hebben dit afgeraden.

Dag 5

De avond van dag vier hebben wij gezellig doorgebracht in het restaurant van de camping Moulin de Bistain. Buiten ons waren er geen andere gasten in het restaurant. Een aantal van ons hebben het koud gehad want het heeft gevroren. De Nederlandse eigenaar vertelde ons dat het vaak nog tot in juni ’s nachts kan vriezen. Wij vertrokken weer rond negen uur en, zo hoorden wij later, de bus kon op eigen kracht niet van het terrein afkomen. Met de hulp van een andere kampeerder lukte het uiteindelijk. De route naar Bastogne was weer redelijk geplaveid met klimmetjes. Het viel niet mee op dit vroege uur en de lage temperatuur. De lucht zag er strakblauw uit met een stevige wind uit het noordoosten. De laatste 7 kilometer naar Bastogne voerde over een fietspad, een uniek gegeven op de route door België. Na Bastogne op de weg naar Assenois was de weg afgesloten omdat men met de renovatie van de brug bezig was. Aangezien wij geen omweg wilden maken, hebben wij de fietsen op onze schouders genomen en zijn over de brug in aanbouw gelopen en zo vervolgden wij onze weg naar de Abdij van Orval. Onderweg hebben wij even gepauzeerd voor een oud vervallen huis. Het leek onbewoond. Wij hadden de fietsen nauwelijks tegen de muur staan of de heer des huizes deed met een woedende blik en druk Frans sprekend de deur open. Hij maakte duidelijk dat hij onze aanwezigheid niet op prijs stelde . Hij dreigde met de politie. De man kon zo in “man bijt hond “. Hij zag er niet uit en nagenoeg alle kledingstukken die hij zichtbaar aanhad waren kapot. Wij hebben overigens geen politie gezien.
Onderweg kwamen wij ook nog een stel tegen die op de fiets van Nijmegen naar Bordeaux gingen. De abdij van Orval is een zeer groot complex en ligt in een mooie omgeving. Een rondleiding door de abdij zou een uur duren. Daarom hebben wij deze niet bezocht. In Avioth, vlak over de grens in Frankrijk, hebben wij de  kathedraal de Notre Dame bekeken.. Het Noord Franse land wordt gekenmerkt door betere wegen, minder steile hellingen en bloeiende koolzaadvelden.
Het was vandaag weer een fantastische route over stille wegen met een heerlijk zonnetje. Wij hebben 145 kilometer gereden en staan nu aan een meertje in Dun sur Meuse.

Dag 6

Iedereen was voor zeven uur wakker, zodat wij met z’n allen rond acht uur aan het ontbijt zaten en om half negen zaten wij op de fiets richting Châlons-en-Champagne. In de buurt van Romagne-s/s- Montfaucon hebben wij een Amerikaans kerkhof  en een Duits kerkhof bezocht met gevallenen uit de eerste wereldoorlog. Opvallend is de grauwheid van de Duitse kerkhoven en de mooie ligging en onderhoud van het Amerikaanse kerkhof. Dit laatste is het grootste van Europa. Het was niet te zien dat het hier gevallenen uit de eerste wereldoorlog betrof., zo mooi onderhouden was het. Er liepen zeker een man of tien het onderhoud te doen.  Ook hebben wij nog een restant van een loopgraaf bezocht. De Abri du Kronprinz, het onderkomen van de oudste zoon van de Duitse Keizer.
Na deze bezoekjes vervolgden wij onze route over een mooi glooiend landschap met aan weerszijden bloeiende koolzaadvelden. Een fantastisch uitzicht met goed onderhouden wegen, nagenoeg geen verkeer, de wind in de rug en een strak blauwe hemel met een vriendelijk zonnetje. Wat wenst een mens nog meer?
Onderweg kwamen wij weer een Nederlandse  fietser tegen. Een man uit Laren , die ook op weg was naar Santiago
Rond half twee waren wij in Chalons, maar om vanuit het centrum naar de camping te komen had nog enige voeten in de aarde. Met behulp van een paar aardige fransen hebben wij deze uiteindelijk gevonden. Willem en Jan stonden reeds op ons te wachten, want wij hadden om 3 uur een afspraak bij Joseph Perrier. Een vooraanstaand champagnehuis , dat onder andere de hofleverancier is van de Engelse Koninklijke familie. Onze gids stond al op ons te wachten. Een aardige, al wat op leeftijd zijnde, dame, Zij vertelde ons in goed verstaanbaar Frans de procedure van het maken van champagne en leidde ons door de kelders. In de rotswanden was een gangenstelsel van 3 kilometer waar de flessen lagen opgeslagen onder een constante temperatuur van 12 graden. De vochtigheid en ontbreken van daglicht zijn perfecte omstandigheden voor het laten rijpen van de wijnen. In de directe omgeving is geen wijngaard te vinden . In het begin van de vorige eeuw zijn door een ziekte alle wijngaarden teloor gegaan, maar de handel niet.  Onze gids leidde ons ook door een ruimte waar het depôt (in bevroren toestand) uit de flessen wordt gehaald en wordt aangevuld met een likeur, waarmee de varianten  sec, demi-sec en brut kan worden gemaakt. Na deze rondleiding mochten wij nog met haar een fles proeven in een mooi aangeklede ontvangstkamer. Na een hartelijk afscheid  hebben wij  nog de plaatselijke kerk , de Notre Dame-en-Vaux bezocht.
De vandaag gereden afstand bedroeg 115 kilometer, morgen gaan wij verder in zuidwestelijke richting, hopelijk weer voor de wind.

Dag 7

De dag begon voor mij zeer vroeg. Ik werd om kwart voor vier wakker door onze Franse buren, zij lagen ook in een tentje op een naast ons gelegen plek. Ik dacht nog ”Welke idioot komt zo laat thuis en blijft maar doorpraten “, niet hard maar wel zodanig dat ik hun stemmen kon horen. Ik meende ook te horen dat zij op enig moment zachtjes huilde. Ik probeerde het geluid te negeren door mijn oren te bedekken. Af en toe viel ik weer in slaap totdat ik om half vijf een andere mannenstem hoorde. Voor mij was de emmer vol, ik ritste met veel lawaai mijn tent open en vroeg of het ging. Op dat moment keek ik naar een Franse politieagent die in de lichten van de auto druk in gesprek was met mijn buren, terwijl hij tevens aantekeningen maakte. Vlug trok ik mij weer terug in mijn tent en probeerde weer te gaan slapen. Dat lukte natuurlijk maar half.
Toen ik om zeven uur uit mijn tent kroop en mijn buren daar nog zag staan, ben ik meteen op hen afgelopen om toch te horen waarom men vanaf vier uur zo in de weer was. Ik kreeg gelijk te horen dat er ’s nachts dingen uit hun tent was gestolen, terwijl men lag te slapen. De dieven hadden een snede gemaakt in de tent en op deze manier spullen ontvreemd. Zij misten een walkman en nog wat andere kleine, niet van waarde zijnde, spullen. Toen ik mijn tent ging opruimen ontwaarde ook ik dat men mijn tent had uitgekozen voor een nader onderzoek. Twee grote sneden zaten in het tentdoek. Gelukkig ontbrak er bij mij niets, men kwam bij deze gemaakte sneden alleen maar plastic zaken tegen zonder inhoud. Bij de andere leden van de groep is geen schade toegebracht, wel bij een paar andere Nederlandse kampeerders. Bij hen was de schade ook alleen maar aan de tent. Bij een camper was de buit groter, daar was geld en sieraden ontvreemd, zonder sporen van braak en zonder dat de eigenaar iets gehoord heeft.
Verder was het een stralende ochtend. Om half negen stonden de meesten al te trappelen om weer op pad te mogen, dus vertrokken wij om kwart voor negen richting Troyes. De route voerde weer over rustige wegen en uitgestorven kleine dorpjes, waar wij nagenoeg geen mens zien. Het landschap is zeer golvend met aan weerszijden grote akkers met graan en bloeiende koolzaadvelden.
Onderweg kwamen wij onze medepelgrim uit Laren weer een paar keer tegen. Hij slaapt in chambres d’hote en rijdt ongeveer 100 kilometer per dag. Hij vertelde ons ook dat hij had deelgenomen aan de tocht van Wladiwostok naar Scheveningen. Hij was 71 jaar.
Ook kwamen wij een fietser tegen die uit de Weere kwam en vrijdag uit Maastricht was vertrokken en op weg was naar Lourdes.
In Troyes de kathedraal bezocht en een stempel gehaald. Een mooie stad met vele vakwerkhuizen Na een vluchtig bezoek aan de stad hebben wij de weg naar het zuiden weer gevonden. Wij staan nu op een prachtige camping in Evry-le-Châtel. Deze stad ligt ongeveer op dezelfde hoogte als Orleans. De afstand die wij vanaf huis nu hebben afgelegd moeten wij ook nog een keer in Frankrijk afleggen. Bij deze weersomstandigheden moet dat eigenlijk geen probleem zijn Er zijn nu (19.00 uur) nog geen andere gasten op de camping. Wij hebben het rijk alleen.
Vandaag hebben wij 140 kilometer afgelegd en waren zo rond half vijf op de camping.

Met Cor naar Compostela! De voorpret!

Naar Santiago del Compostela

Op Hemelvaartsdag, 1 mei, gaan wij, Willem Half, Gerard Suiker, Jan Karsten en Cor Beemsterboer, begeleid door Jan Boots en Willem Dekker (van Autoschade WPD) op de fiets naar Santiago de Compostela. Iedereen heeft wel eens van dit bedevaartsoord gehoord, maar weinigen weten de oorsprong. In het jaar 813 ontdekte een kluizenaar het graf van Jacobus de Meerdere( Santiago el Mayor). Jacobus behoorde tot de apostelen van Jezus. Jacobus predikte het evangelie in Palestina en volgens de overlevering later ook in Noord Spanje. Na zijn terugkeer in Palestina werd hij als een der eersten van de apostelen onthoofd. De legende gaat dat hij daarna in een boot werd gelegd, waarin twee van zijn discipelen meereisden. Het verhaal gaat verder dat de boot vanzelf de Galicische kust bereikte en uiteindelijk varende over de rivier de Ulla in Padron aan land kwam. Het dode lichaam werd aan de berg Libredón begraven. Na de ontdek-king van de apostolische graftombe is er een voortdurende pelgrimage op gang gekomen. Voor meer informatie is hier de link: www.santiago.nl/achtergronden.php.

De tocht heeft met Jacobus te maken en daarom is ons vertrekpunt de kerk in Tuitjenhorn, want deze parochie draagt de naam van Jacobus de Meerdere. Pastoor Berkhout wil ons graag de zegen geven bij ons vertrek, waarbij de klokken ons bij de start zullen begeleiden. We gaan natuurlijk eerst naar de Hoogmis. Wij hopen dat bij ons vertrek er tevens een groep fietsers van de A- en B-ploeg ons door de dorpen zal begeleiden op onze weg naar het zuiden. Onze route gaat via Maastricht naar Aken, waar wij de fietsroute langs oude wegen zullen oppakken. De route gaat dan door de Ardennen, langs Troyes, Nevers, Rocamadour naar Lourdes. Na het bezoek aan Lourdes gaan wij de Pyreneeën over en gaan dan rechtsaf naar de Atlantische kust, het laatste stuk in Spanje is ruim 1000 km. De afstand vanaf Aken tot Santiago is circa 2700 kilometer. Wij komen met onze aanrijroute en uitstapjes ruimschoots boven de 3.000 km uit.

 

Voor ons vier fietsers moet het goed te doen zijn, want wij worden door Jan Boots en Willem Dekker begeleid. Het is een goede zaak om op zo’n tocht een paar handige mannen mee te nemen. Als iemand van ons er doorheen zit, zullen zij er voor zorgen dat deze persoon geestelijk en lichamelijk weer fit wordt. Kolkman in Zijdewind zal ons nog een gratis cursus fietsreparatie-onderweg geven . Na dit onderricht en een servicebeurt vooraf gaan wij goed voorbereid op stap. Van Chris Kamper kunnen wij ook nog een fiets meekrijgen voor het geval dat er toch iets onvoorziens gebeurt, want een ongelukje zit in een klein hoekje. Het is de bedoeling regelmatig verslag van onze reis te doen, zodat jullie op de hoogte kunnen blijven van onze tocht.

Tot zover het eerste deel van onze tocht.

Wordt vervolgd!

Interview in Schager Weekblad!

Viertal peddelt per fiets naar Santiago de Compostela

HARENKARSPEL – Willem Half, Gerard Suiker, Jan Karsten en Cor Beemsterboer vertrekken, begeleid door Jan Boots en Willem Dekker (van Autoschade WPD), donderdag 1 mei (Hemelvaartsdag) per fiets naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela. Wat zet mensen er toe een dergelijke monstertocht te ondernemen? Cor Beemsterboer licht toe.

“Iedereen heeft wel eens van dit bedevaartsoord gehoord, maar weinigen weten de oorsprong. In 813 ontdekte een kluizenaar het graf van Jacobus de Meerdere (Santiago el Mayor). Jacobus behoorde tot de apostelen van Jezus. Jacobus predikte het evangelie in Palestina en volgens de overlevering later ook in Noord-Spanje. Na zijn terugkeer in Palestina werd hij als een der eersten van de apostelen onthoofd. De legende gaat dat hij daarna in een boot werd gelegd, waarin twee van zijn discipelen meereisden. Het verhaal gaat verder dat de boot vanzelf de Galicische kust bereikte en uiteindelijk varende over de rivier de Ulla in Padron aan land kwam. Het dode lichaam werd aan de berg Libredón begraven. Na de ontdekking van de apostolische graftombe is er een voortdurende pelgrimage op gang gekomen.” (kijk ook op www.santiago.nl/achtergronden.php).

Zegen pastoor

Beemsterboer vervolgt: “De tocht heeft met Jacobus te maken en daarom is ons vertrekpunt de kerk in Tuitjenhorn, want deze parochie draagt de naam van Jacobus de Meerdere. Pastoor Berkhout wil ons graag de zegen geven bij ons vertrek, waarbij de klokken ons bij de start zullen begeleiden. Ja, we gaan natuurlijk eerst naar de Hoogmis. Wij hopen dat bij ons vertrek er tevens een groep fietsers ons door de dorpen zal begeleiden op onze weg naar het zuiden. Onze route gaat via Maastricht naar Aken, waar wij de fietsroute langs oude wegen zullen oppakken. De route gaat dan door de Ardennen, langs Troyes, Nevers, Rocamadour naar Lourdes. Na het bezoek aan Lourdes gaan wij de Pyreneeën over en gaan dan rechtsaf naar de Atlantische kust, het laatste stuk in Spanje is ruim duizend kilometer. De afstand vanaf Aken tot Santiago is circa zevenentwintighonderd kilometer. Wij komen met onze aanrijroute en uitstapjes ruimschoots boven de drieduizend kilometer uit.”

Tja, als je ’t vlug zegt lijkt het niet veel…

Het waarom

“Het idee voor deze tocht is ontstaan tijdens – jawel – de Warmenhuizer kermis. Een jaar of vijf geleden raakte ik in gesprek met mijn zwager Jan Boots en spraken wij over de mogelijke plannen na mijn zestigste verjaardag. Ik zou kunnen blijven doorwerken, fulltime of parttime, of helemaal stoppen en dan reizen maken op de fiets. Jan kwam toen met de suggestie om een fietstocht naar Santiago de Compostela. Na eh ‘enige’ biertjes spraken wij af dat wij samen de tocht op de fiets zouden maken als ik niet meer fulltime zou werken. Ik ging in training en reed onder andere de ‘Marmotte’ en tweemaal de ‘Dolomieten marathon’. De vrouw van Jan, mijn zus, werd ernstig ziek en is drie jaar geleden veel te jong overleden. Hij had andere zaken aan zijn hoofd en kon zich er niet toe zetten de fiets te pakken. Begin 2007 heeft hij te kennen gegeven dat hij definitief niet mee ging fietsen. Als ik met andere mensen de tocht ging maken, wilde hij ons wel met een vervoermiddel begeleiden. Tijdens de wekelijkse tochten van onze fietsploeg ‘Fietsclub 77 Warmenhuizen’, oftewel de ‘Slagroomploeg’ had ik af en toe wel eens bij deze en gene gepolst of men in zou zijn voor een lange tocht. Een aantal van hen was zeer geïnteresseerd om deze tocht te maken.”

In de loop van 2007 werden de contouren al duidelijker. De potentiële mede bedevaartgangers deden hun definitieve toezeggingen. Een andere zwager van Beemsterboer, Willem Dekker, vond het voor Jan een beetje eenzaam en offerde zich op om samen met hem de begeleiding te verzorgen.

Ervaring

“Een aantal van ons heeft wel een aantal tochten van meerdere dagen, zoals de Ronde van Nederland, gemaakt. Regelmatig rijden wij eendaagse toertochten van circa honderdvijftig kilometer. Een tocht van enkele weken is van een andere orde. Door onze regelmatige trainingen zit het wel goed met de spieren. Onze grootste zorg is toch wel de conditie van ons zitvlak. Met een goede hygiëne en een beetje uierzalf moet het wel lukken, denken wij…”

Hoe de tocht wordt gefinancierd? “Willem Dekker, van Auto de Banne Occasions in Dirkshorn stelt de begeleidende bus en de kleding ter beschikking. Wij rijden allemaal in hetzelfde tenue. Alle overige kosten betalen wij zelf.”

Reis en tijdschema

“Op 1 mei worden wij vanaf de kerk in Tuitjenhorn uitgeleide gedaan door de pastoor, familie en kennissen. Naar verwachting vergezelt een redelijk aantal leden van de slagroomploeg ons een eind richting Amsterdam. We verwachten na drie dagen in Aken te arriveren, waarna wij vanaf hier de route langs oude wegen oppakken. Wij maken gebruik van handige boekjes, waarin naast de route allerlei bezienswaardigheden staan beschreven. Het is de bedoeling dat wij naast het asfalt ook oog hebben voor culturele- geschiedkundige en toeristische bezienswaardigheden. We slapen in tentjes en op campings. Het is onze bedoeling om op of voor 1 juni weer thuis te zijn.”

 Foto Marc Moussault
Foto Marc Moussault